Interview met Mark van Platen over zijn ervaringen met de
Matthäus Passion de afgelopen 30 jaar

Door: Ida Verhaar, februari 2023

Het Philipskoor voert al 75 jaar de Matthäus Passion van Bach uit. Mark van Platen, repetitor van het Philipskoor, is al sinds 1990 bij deze uitvoeringen betrokken. Hij begeleidt de koorrepetities op piano en heeft dan de schone taak de orkestpartijen in twee handen te spelen. Vanaf 1992 speelt hij bovendien ook bijna ieder jaar mee als continuo-speler bij de uitvoering zelf. Hij zit dan met het kistorgel op een centrale plaats tussen koor en orkest.

Mark van Platen over de MP

Mark van Platen centraal tussen koor en orkest tijdens generale repetitie

Wat is een continuo-speler en wat is je rol daar in?

Continuo of basso continuo is een manier van begeleiden die vooral in de barokmuziek veel gebruikt wordt. De continuo-speler ondersteunt de solisten in hun ‘vertellende’ rol door het spelen van een bas-melodie. De bas-melodie is uitgeschreven en de akkoorden worden er door de muzikant bij geïmproviseerd. In de recitatieven is het traditie dat het ritme vrij wordt geïnterpreteerd, waardoor de timing erg nauw komt. Je moet dus als het ware met de zanger meeademen. Een kwestie van aanvoelen en goed de aandacht erbij houden. Verder worden de delen van de ‘evangelist’ niet gedirigeerd en dan is de continuo-speler meteen de ‘dirigent’ van het ensemble van evangelist, cellist en organist.

Als organist speel ik overigens ook in bijna alle andere delen mee, maar dan als ‘normale’ instrumentalist in het orkest. Alleen in de aria ‘Aus Liebe’ speelt de organist niet mee. Ik ben dus volcontinu in touw. De noten zijn niet verschrikkelijk moeilijk. Maar ieder deel heeft een compleet ander karakter. Het vliegt alle kanten op. En je moet dus continu heel scherp blijven.

Je hebt met heel veel verschillende dirigenten de MP uitgevoerd. Hoe ervaar jij de verschillen?

De uitvoering met Louis Buskens in 1992 was de eerste. Ik heb veel dirigenten van Het Brabants Orkest en later Philharmonie Zuidnederland meegemaakt, bijv. Marc Soustrot en Martin Sieghart. Maar ook alle dirigenten van het koor zelf.

En later dirigenten van kamerorkest Alveare, Sander Teepen en Lucas Vis. De interpretatie van iedere dirigent is verschillend. Het maakt een heel verschil of dirigenten vooral symfonisch werk of barok dirigeren. Dat vergt een heel andere aanpak. In de barok wordt bijv. weinig tot geen vibrato gebruikt en wordt anders gefraseerd. Wat ook een verschil maakt, is of een dirigent meer zakelijk of vooral expressief muziek maakt. In de Matthäus zijn veel delen die als een toneelstuk het evangelie-verhaal uitbeelden. Je kunt dat toneel vrij expressief maken om het goed over de bühne te krijgen. Maar ook een meer afstandelijke interpretatie is vaak heel mooi. Heel opvallend is ook dat de snelheid wisselt bij iedere dirigent (Bach geeft geen tempi of dynamiek aan) en het lijkt wel of het ieder jaar sneller gespeeld wordt.

Mengelberg deed er (ondanks coupures) wel vier uur over terwijl Willem Pijper er maar twee en een half uur voor nodig had. Nu is snelheid ook iets waar je als muzikant en luisteraar aan went. Eén van de uitvoeringen in de jaren ’90 die ik mee speelde, vond ik toen veel te snel. En als ik deze nu terug luister, valt dat wel heel erg mee.

“De noten zijn ook zo verschrikkelijk goed!”

Wat betekent de MP voor jou?

Ik vind het een wonderlijk stuk en wonderlijk schone muziek. Als kind van nog geen 10 jaar oud zat ik al aan de radio gekluisterd als de Matthäus door het Concertgebouworkest werd uitgevoerd. Ik vond het toen al schitterend. En nu nog steeds vind ik het even mooi. Het wordt nooit saai. Hoe dat komt? Geen idee. De noten zijn ook zo verschrikkelijk goed! Ik blijf nieuwe dingen ontdekken. Ik kijk ieder jaar weer enorm naar de uitvoeringen uit. Dit jaar voor het eerst een uitvoering met Iassen Raykov als dirigent. Dat maakt me ook weer nieuwsgierig naar zijn opvatting en interpretatie.